Fabio Jakobsen sprintte vorig jaar soeverein naar de Europese titel in het Duitse München na een sterk optreden van TeamNL. Voor de renner van Soudal-QuickStep een hoofdprijs in een mooie loopbaan met ook ritzeges in Tour en Vuelta. ‘’ Natuurlijk is het mooi om daar op dat podium te staan met die blanco trui en de gouden medaille om je nek, maar ook speciaal is om daarna te winnen in dat Europese kampioenstricot met de sponsornamen van je ploeg erop.’’ Een zege om letterlijk en figuurlijk in te lijsten. Zijn opvolger moet van goeden huize komen meent de ‘Hulk van Heukelum’.
Jakobsen won dit jaar al in Argentinië, Hongarije, België en Denemarken in die iconische kampoenstrui die hij verdiende in de hoofdstad van Beieren. ‘’Ik had daar graag een ritzege in de Tour de France bijgevoegd maar dat zat er als gevolg van een val niet in. Maar ik heb mooie zeges behaald. Zo’n mooie foto van winnen in die Europese trui is wel deel van de charme. Natuurlijk is het mooi om daar op dat podium te staan met die blanco trui en de gouden medaille om je nek, maar ook speciaal is om daarna te winnen in dat Europese kampioenstricot met de sponsornamen van je ploeg erop.’’
Langer genieten van trui
Na de Tour herpakte de Gelderse sprinter zich met een sterke Tour of Denmark en trok hij op trainingsstage met als doel een sterk najaar neer te zetten. ‘’Door het omruilen van het wereldkampioenschap en het Europees kampioenschap op de kalender heb ik langer van deze trui mogen genieten. Maar los daarvan wil ik een sterk najaar neerzetten, ik ben nog gretig, heb geen last van septemberitis’’ verwijst hij naar het fenomeen dat bij sommige renners de motivatie verdwijnt met het einde van het seizoen in zicht. ’’Nee, ik heb juist hard getraind om ook op lastige parcoursen nog goed uit de voeten te kunnen, waarna ik dan natuurlijk weer op mijn sprint kan rekenen. Ik ben kortom fit, heb veel moraal en ben klaar voor dit najaar.’’
Sterke opvolger
Voor Jakobsen staat het vast dat zijn opvolger op de erelijst van het EK over superbenen moet beschikken op zondag 24 september. ‘’De VAM-berg mag qua hoogtemeters renners uit Spanje of Italië niet imponeren , maar de steilte van de klimmen – die je een flink aantal keren op moet – kruipt toch in je benen. En dan komt dat extra verhoogde stuk (het nieuwe Dak van Drenthe) er nog bij. We hebben van de NK’s op de Col du VAM geleerd dat het een aardige slijtageslag kan worden. Maar een gevleugelde wieleruitspraak is dat de renners de koers maken. De mate waarin de landen met hun renners de koers hard maken, zal zeker ook meespelen. Alles kan uit elkaar geslagen worden, maar er is ook een scenario denkbaar dat je met een uitgedund peloton gaat sprinten. In dat geval verwacht ik dat een renner zoals ik ook kansen heeft te winnen. Ik had begin september nog weinig vragen van buitenlandse ploeggenoten gehad over het parcours, dat natuurlijk vooral bij Nederlandse renners bekend is, maar ik denk dat het op voorhand onderschat wordt. Ik gaf al aan dat het steeds maar weer oprijden van die steile klimmen in je benen kruipt, maar het zijn natuurlijk ook de smalle wegen en het vele draaien en keren die veel van je concentratie vergen. Ik denk dat ik sowieso een sterke opvolger krijg op dit parcours.’’