Met titelverdedigster Lorena Wiebes en Tour de France Femmes-winnares Demi Vollering heeft bondscoach Loes Gunnewijk twee sterke troeven in huis voor het Europees Kampioenschap op de weg in Drenthe. De inzet is zonneklaar: ‘’We gaan altijd voor goud. We hebben een sterke selectie in de breedte met twee echte afmakers in de gelederen.’’
Waar bij de mannen veel van de internationale concurrenten nog nooit over de Col du VAM trokken, is dat voor de vrouwen anders weet Gunnewijk. ‘’Veel rensters kennen het parcours van de Ronde van Drenthe en zeker van de laatste editie die door de sneeuw voornamelijk op de Col du VAM werd verreden. Maar een wedstrijd waarbij de finish ook echt op de klim ligt, dat is een situatie die de Nederlandse rensters alleen kennen omdat ze drie keer een NK reden hier. ‘’ De bondscoach denkt dat de VAM-berg op zich al selectief gaat zijn. ‘’De klimmen zijn steil en volgen elkaar snel op. Maar het weer kan zeker ook een factor zijn, zeker bij de aanlooplus maar ook bij het rondje buitenom dat je telkens rijdt voordat je de klim weer op rijdt. Er zijn veel verschillende scenario’s mogelijk voor de wegwedstrijd op 23 september en dan is het zeker een voordeel dat we een sterke selectie hebben in de breedte. Maar wel nadrukkelijk met Lorena en Demi als afmakers.’’
Verjonging voor oranje
Een selectie die ook jonger is dan op het WK bijvoorbeeld. ‘’Dat is een natuurlijk proces. Annemiek van Vleuten heeft net afscheid genomen in de Simac Ladies Tour en Marianne Vos heeft vanwege een operatie al een punt achter haar wegseizoen moeten zetten. Dat geeft nieuwe rensters de kans zich te bewijzen, maar die laten ook mooie dingen zien’’ zo verwijst Gunnewijk naar onder meer de eindzege in de Tour de l’Avenir voor vrouwen met Shirin van Anrooij en de winst in de grote prijs van Plouay door Mischa Bredewold. ‘’We zetten altijd in op goud, dat zijn we aan onze stand verplicht met zoveel internationaal sterk opererende rensters. Daarbij zullen we proberen die kracht in de breedte uit te spelen in een wedstrijd die heel goed een slijtageslag kan worden, maar waarin we in de sprint van een sterk uitgedund peloton ook kansen hebben. Op het WK zagen we ook dat je soms op een sterkere tegenstandster kunt stuiten en dat zilver dan in de praktijk het hoogst haalbare is. Maar vooraf is er maar één plek die telt en waar we alles op alles voor gaan zetten. De rensters zullen gemotiveerd zijn voor eigen publiek, er zullen ook veel familieleden en vrienden aan de kant staan. Dat maakt dit EK nog weer specialer.’’
Tijdrittalenten hebben tijd nodig
Op de tijdrit zijn de ambities wel iets bescheidener. Gunnewijk kan immers niet over voormalig meervoudig wereldkampioene Ellen van Dijk beschikken vanwege haar zwangerschapsverlof en ze zag met Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen twee andere specialistes stoppen. De drie kleurden in 2018 op het WK in Innsbruck het hele tijdritpodium oranje. ‘’Dat waren uitzonderlijke tijden. We hebben zeker weer nieuw tijdrittalent, maar deze rensters zullen de tijd nodig hebben om zich verder te verbeteren op dit onderdeel. Een medaille zou heel mooi zijn, maar als er een sterke bezetting van het toernooi is, kunnen we misschien ook tevreden zijn met een hoge top 10-notering.’’